Zwaluwen
Als we het over de lente hebben, denken we er automatisch de eerste zwaluw bij. De vroegste zwaluwen arriveren reeds in maart, maar de meeste mensen zien de eerste zwaluw niet voor half of eind april. Redelijk snel na hun aankomst begeven ze zich trouw naar hun nestplaats van de vorige jaren en net daar wringt het schoentje. Meer en meer zwaluwen stellen vast dat die nestplaats is veranderd… of dat ze er niet meer welkom zijn. Een lente zonder zwaluw is echter ondenkbaar en het is de hoogste tijd dat we de zwaluwen herwaarderen.
Boerenzwaluw:
De boerenzwaluw is van uitzicht het bekendste: glanzend blauwzwart van boven, een diep gevorkte staart en een rood keeltje. Je ziet ze op het platteland vaak kwetterend zingen op een elektriciteitsdraad. Ze maken hun nest tegen een verticale muur of steunbalk, vaak vanaf een steun als een lamp, nagel, e.d. Het nest wordt niet tot tegen het plafond gebouwd. Het is een modderkuipje dat wordt bekleed met stro en veertjes. Vrijwel zonder uitzondering wordt binnen in een gebouw genesteld: een stal, schuur, garage, serre,… Kunstnestjes kunnen soelaas brengen, maar vooral toegang tot stallen en of schuren blijft belangrijk om de soort als broedvogel te kunnen verwelkomen.
Huiszwaluw
Huiszwaluwen hebben zwarte boven- en witte onderdelen. Erg opvallend is de witte stuit (bovenop het lichaam tussen vleugels en staart). De staart is iets minder diep gevorkt en de roep is een droog, wat rollend ‘trrrt’. Ze bouwen het typische en best gekende zwaluwnest: een halfronde kom van modderballetjes, meestal onder een dakgoot of onder een brug. Tegen de bovenrand bevindt zich een kleine, halfronde invliegopening. Meestal broedt de huiszwaluw dus buitenshuis of onder een inrijpoort, maar heel af en toe worden ook broedkolonies binnen in een schuur aangetroffen. Ook hier bestaan kunstnestjes voor,.. maar veel belangrijker is het om bestaande nestjes niet te verwijderen en plankjes onder de nestjes bevestigen zodoende de uitwerpselen niet op de stoep belanden.
Oeverzwaluw
Van nature maakt deze zwaluw lange holten in de oevers van beken en rivieren en zandwinning– of kleiputten. Bij infrastructuurwerken gebeurt het nog al te vaak dat een tijdelijke zandhoop ingenomen door een oeverzwaluwkolonie tijdens het broedseizoen opnieuw wordt afgegraven. Een ramp voor de kleinste Vlaamse zwaluwsoort, die het op zich al moeilijk heeft in onze contreien. Sensibilisering naar aannemers en beheerders van beken en rivieren toe, kan enig soelaas brengen en er zijn tal van mogelijkheden op geschikte veilige broedplaatsen voor deze soort te creëren. Door kunstwanden aan te leggen, waar dan de oeverzwaluw hun nestholtes kunnen graven.
Gierzwaluw:
Gierzwaluwen: ze horen bij de zomer zoals terrasjes en verfrissende ijsjes. Hoog boven de stad zie je ze aan duizelingwekkende snelheid vliegen als donkere, vliegende ankertjes en hoor je hun schrille roep " sriiiiie sriiiiie". In volle vlucht vangen ze duizenden insecten; ze slapen en paren zelfs in de vlucht! Gierzwaluwen wonen heel dicht bij ons. Ze verkiezen onze steden en gemeenten als verblijfplaats en maken hun nest in allerlei kleine spleten in muren, onder dakgoten en onder pannen. Maar dat is net het gevaar… Door renovatie en slopen van oude gebouwen gaan er in een snel tempo nestplaatsen verloren voor deze boeiende dieren die nergens anders heen kunnen. Nochtans kunnen we door enkele eenvoudige ingrepen hen aan veilige nestplaatsen helpen. Eens ze een broedplaats gekozen hebben, blijven ze zeer trouw: je hebt dan gegarandeerd voor jaren plezier van ''jouw'' gierzwaluwen.
Steun:
Om de instandhouding van diverse zwaluwkolonies te stimuleren, bieden diverse gemeentebesturen een subsidie aan voor wie de zwaluwen en hun nesten beschermd. Informeer bij uw gemeentebestuur via milieu- of groendienst.