Nestkast
Plaats een nestkastje in uw tuin
Een koolmees inspecteert elke boomtwijg op hapjes. Een mannetjesmus tjilpt zich de ziel uit zijn lijf. Een winterkoninkje rinkelt zijn wekkertje af op de afsluiting. Een roodborstje scharrelt naar wormpjes tussen de blaadjes. Een merel zingt op de nok van het dak zijn laatste avondlied.
Vogels geven je tuin iets extra’s: ze zijn mooi, verrassend, levendig. Een vleugje echte natuur in je eigen groene buitenkamer. En met wat extra hulp in de winter mag je er ook koperwieken, groenlingen of kepen verwachten. Hoe meer vogels je tuin bezoeken, hoe meer er te genieten valt.
Hoeveel en welke soorten vogels zingen, broeden en eten in je tuin hangt af van wat je ze te bieden hebt. Ze zoeken er veiligheid, voedsel en een plek om te broeden. En dat kan je ze geven. Zelfs in de kleinste tuin kan je de perfecte gastheer of gastvrouw worden. Een goed gekozen nestkast wordt de vaste stek voor koolmees, pimpelmees of ringmus. Dat wordt pas echt genieten, dag in dag uit.
Jammer genoeg wordt nogal eens vergeten dat een nestkast op zich niet volstaat om een vogelgezinnetje gelukkig te maken. Veel belangrijker is het om in de tuin ook spontane natuur meer kansen te geven.
In vogelvriendelijke tuinen vind je streekeigen bomen, bloesem- en bessenrijke struiken, bloemenveldjes die insecten aantrekken, ‘wilde’ hoekjes waar zelfs wat brandnetel als ‘opperonkruid’ wordt gedoogd. Je vindt er hier en daar dood hout (wat erg decoratief kan ogen!) of gestapelde bakstenen, waar troepjes ongewervelden in overleven. Je vindt er zeker géén gifspuit of slakkendodende korrels. Wie wilde vogels leefkansen wil geven, reserveert in de tuin voldoende ruimte voor échte natuur. Pas dan wordt het zinvol om de tuin van enkele nestkastjes te voorzien.
Enkele tips voor het plaatsen van een nestkastje
- Door het nestkastje (invlieggat) noordoost te richten, vermijd je niet alleen regeninslag maar ook fel zonlicht.
- Tegen eind februari hangen de nestkastjes best al klaar. Zo kunnen de bezoekers er al aan wennen.
- Zorg dat de kat er niet bij kan. Hang het nestkastje veilig dicht bij een struik.
- Belangrijk is dat je het nestkastje goed bevestigd. Aan een boom gebruik je best elastiek of touw.
- Schroeven en nagels bezorgen de boom wonden.
- Hang de kast niet te hoog op ! Twee meter is meer dan voldoende, je moet de kast zelf heel gemakkelijk kunnen afnemen om te reinigen of controleren.
- Na het broedseizoen maak je het nestkastje schoon eventueel met heet water, zelf al was er geen broedgeval.
- Muizen of insecten kunnen ook wel eens voor vuil zorgen.
- Wist je dat de kool- of pimpelmees tijdens de winter een nestkast gebruikt als slaapplaats.
Te koop:
Nestkastjes geschikt voor koolmees, pimpelmees of ringmus kosten 10 euro, te bestellen bij