De egel
De egel (Erinaceus europaeus)
De egel is onmiskenbaar bekend door zijn stekelvacht en zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen.
Hoe kan je de egel herkennen?
De spitse, donkere snuit (reukzin is zeer goed ontwikkeld) met scherpe tanden kleine ogen (egels zijn bijziend), korte oren (maar egels horen zeer goed) rug en flanken bedekt met 6000 tot 9000 bonte stekels, kop, buik, poten, borst en keel begroeid met dunne vacht van lang, stug haar en kort staartje.
Wat eet de egel?
Egels voeden zich vooral met kevers, regenwormen, spinnen, slakken, duizendpoten en rupsen. Ook muizen, amfibieën en vogels (en hun eieren) staan op het menu, al gaat het hier waarschijnlijk meestal om aas dat ze vinden (zoals doodgereden dieren op de baan). Soms worden ook reptielen (hagedissen, slangen) verorberd. Af en toe eten ze ook paddenstoelen of kleine hoeveelheden plantaardig voedsel, zoals gevallen fruit of andere vruchten. Ze smullen hiervan omdat het lekker zoet is, maar ze kunnen het niet goed verteren en de suikers zijn slecht voor hun tanden. Ook allerlei resten van menselijke etenswaren vinden ze lekker, ondanks dat het ongezond voor hen is. De egel doet zich ook vaak tegoed aan katten-, hondenbrokken.
Waar leeft de egel?
Egels houden van gevarieerde, kleinschalige landschappen met veel dekking en voedsel. Bosranden, houtkanten, struweel, boomgaarden en ecologische tuinen en parken vormen een optimaal leefgebied. De egel is een cultuurvolger en leeft ook in de nabijheid van bebouwing. Hij dringt zelfs vrij ver door in grote steden. Bij hoofdzaak is het een nachtdier,.. maar overdag kunnen ze ook actief zijn om voedsel te zoeken. Egels leven solitair in een vast woongebied, dat ze echter niet verdedigen tegenover soortgenootjes. Wanneer meerdere dieren een gebied delen, mijden ze elkaar door op verschillende momenten en plaatsen naar eten te zoeken. Als je toch een groepje egels tegenkomt, is dat meestal een moeder met haar kleintjes, die tijdelijk samen leven. Op voederplaatsen in tuinen kunnen wel meerdere egels tegelijk afkomen.
Voortplanting:
Het paarseizoen van de egel begint na de winterslaap (maart) en loopt door tot in juli, maar kan tot eind september. Het mannetje moet echt wel zijn best doen om te kunnen paren, indien gelukt gaan elk hun eigen weg. Na 5 weken worden kleintjes (max 5) geboren op een veilige plaats (onder takkenhoop, onder het schuurtje,enz..) de moeder zoogt de hulpeloze kleintjes, pas na drie weken gaat de ganse familie op stap om voedsel te zoeken. De kleintjes kunnen vaak in groep blijven tot aan de winterslaap. (oktober)
Vijanden?
De egel heeft weinig natuurlijke vijanden, een hond of kat kunnen weleens een egel verschalken. Maar de grote boosdoener is wel de robot grasmaaier of bosmaaier. Elk jaar sneuvelen ook duizenden egels in het verkeer.
Egel in de tuin?
Dan heb je geluk,… de egel zorgt ervoor dat slakken en andere ongewenste diertjes je tuinplanten niet opvreten. Indien de egel in goede gezondheid verkeert, laat je hem/haar best gerust,.. ze doen echt geen kwaad. Indien de egel passief is en ziekjes kan je het VOC verwittigen. Wil je de egel aantrekken, plaats dan een egelhuis of maak een takken-, bladhoop en ook wat egelvoer of kattenbrokken,.. nooit melk (daar worden ze ziek van)
Meer lezen: https://www.natuurpunt.be/pagina/egel